Paddestoelen

 

Foto: geschubde inktzwam

We zijn drie keer in de herfst gaan inventariseren in de Aanschotse Beemden. We hebben een paddenstoelenlijst aangelegd met de door ons waargenomen soorten. Daarbij de kanttekening dat het niet altijd makkelijk was om de gevonden paddenstoelen op naam te brengen.
Het merendeel van de paddenstoelen vonden wij in de bospercelen, wat gezien de grote hoeveelheid dood hout en bladmateriaal te verwachten was. De meeste gevonden soorten zijn dan ook saprotroof. Toch hebben we ook enkele symbioten en een paar parasieten kunnen vinden. Op de paddenstoelenlijst hebben we dit aangegeven.
Enkele veelvoorkomende soorten:
Parelstuifzwam: deze komt in de bossen voor, staat in groepjes en is ongeveer 6 cm groot. De kleur gaat van wit naar bruin als ze opengaan komt er een wolk sporen uit. Ze groeien van de vroege zomer tot de winter.
Zwavelkopjes: op dood of vermolmd hout, staan vaak met veel bij elkaar, tot 7 cm groot. Gladde hoed met een zwavelgele kleur. Groeit meestal van zomer tot en met de herfst.
Geschubde inktzwam: kan tot 30 cm hoog worden met witte hoed die later verkleurd naar zwart. Groeit in kleine groepjes op gras, braakland en omgeploegde grond. Kan al in de lente tot de late herfst gevonden worden.
Vliegenzwam: dit is de bekende rood met witte paddenstoel. De hoed kan 10 tot 20 cm groot worden en de steel tot 23 cm hoog. Het komt (van late zomer tot vroege winter) meestal voor onder sparren, dennen en berken, maar wordt ook gevonden onder eiken en beuken. PAS OP deze is wel giftig!
Gewoon Eekhoorntjesbrood: komen voor in alle soorten bossen, vooral bij beuken en eiken, maar ook sparren. Groeit in kleine groepjes, de hoed is dik en kan tot 25 cm groot worden. De steel is ook dik, bol en kan 15 cm hoog worden. Deze paddenstoel is niet giftig, zelfs eetbaar. Het kan vanaf de vroege zomer tot de herfst gevonden worden.
Echte Tonderzwam: zit meestal op dode stammen van beuken en berken en kan 10 tot 25 cm groot worden. Het heeft de vorm van een hoef en kan het hele jaar door gevonden worden. Deze paddenstoel was veelzijdig in gebruik, naast het maken van leerachtige stof werd het ook omdat het heel lang bleef smeulen, zodat het gebruikt kon worden om vuur te maken. Het doosje waarin het werd bewaard heet tondeldoos.
Elfenbankje: dit veel voorkomende boompaddenstoel vindt men ook het hele jaar overal in het bos, maar ook in parken en elders waar hout voorhanden is. Het kan 3 tot 10 cm groot worden en is aan de bovenkant bruinachtig met meestal een witte rand, de onderzijde is crème wit.
Geweizwam: dit zwammetje wordt 2-5 cm groot en is erg algemeen, het komt in bijna elk bosje voor op niet te ver vermolmd hout, maar het heeft een voorkeur voor essen. Het steeltje begint zwart en het jonge ‘gewei’ heeft uitsteeksels met 2-5 punten is wit en bedekt met poeder (sporen). Maar als het ouder wordt is het helemaal zwart. Het kan het hele jaar door gevonden worden.
Verder verwijzen we naar de

soortenlijst paddestoelen

tekst en foto’s: Jos de Bruijn, Addy van Dijk, Adrie Jüngst en Femke Soontiëns van IVN